Eerst beschrijven we even het proces van het maken van stoom tot aan het draaien van de turbine.
1 de stoom wordt gemaakt door water in een ketel te verwarmen tot boven het kookpunt(100 graden), meestal wordt de ketel verwarmd doormiddel van kolen of gas.
2 er wordt een kraan opengedraaid waardoor de stoom door de stoompijpen richting de turbine kan.
3 in de turbine komt de stoom tegen schoepen aan ( er zijn veel verschilende manieren om de turbine te laten draaien, maar dat staat hier onder).
4 doordat de turbine gaat draaien, kunnen er verschillende machines of generatoren worden aangedreven.
De allereerste turbine is de lavalturbine. Dit is een rad met emmervormige schoepen die door de stoom in beweging worden gezet. Later is deze machine verder ontwikkeld.
Ook handig om te weten is dat er bij stoom en gasturbines vaak wordt gesproken over trappen. Dit zijn het aantal schoepen wielen achter elkaar waar de stoom of het gas doorheen moet.
Er zijn eigenlijk 2 groepen stoom turbine’s:
De overdruk turbine en de gelijkdrukturbine
Overdruk turbine:
Dit is een turbine waarbij de stoomdruk aan het uiteinde lager is dan aan het begin
Het nadeel van deze turbine is dat de druk op de as ongelijk verdeeld is.
Voorbeelden:
Parsonsturbine: bij deze turbine wordt de stoom in dezelfde richting als de as geduwd, de druk wordt naar het einde toe ook steeds minder. Er zitten een aantal schoepenradaren op de as waardoor hij gaat draaien. Deze turbine wordt tegenwoordig veel gebruikt.
Ljungstromturbine: bij deze turbine draaien twee aparte assen achter elkaar met schoepwielen er op in een tegengestelde richting. De stoom komt wel gewoon van een kant, het voordeel is dat er dus twee dingen kunnen worden aangedreven in een aparte richting.
De gelijk druk turbine:
De naam zegt het al een beetje: de stoomdruk is bij deze turbine voor en achter de turbine gelijk. Dit komt doordat de stoom er onder hoge druk door verschillende pijpen in wordt geblazen. Bij de overdruk turbine wordt de stoom door een grote pijp in de turbine geblazen. Daardoor is er minder druk.
Voorbeelden van een gelijkdrukturbine:
De Curtisturbine: de ze turbine bestaat uit twee draaiende wielen met een groot aantal emmervormige schoepen die stoom opvangen en dan dus zorgen voor een rondgaande beweging. Tussen de twee wielen bevinden zich een heel aantal reactieschoepen die stil staan. Dit type turbine was niet erg efficiënt maar het voordeel was dat het aantal toeren per minuut wel lager is. Deze turbines zijn er in twee trappen maar ook in een trap. De turbines van een trap worden het meest gebruikt als voorschakelturbines in een elektriciteitscentrale.

Maak jouw eigen website met JouwWeb